
In de Vrijmetselarij wordt er graag met symbolen, tekens en woorden iets duidelijk gemaakt. Het is voor de Leerling Vrijmetselaar best wel wennen en hard werken om overal de betekenis achter te zoeken. Gelukkig zijn er altijd wel broeders te vinden die je helpen met deze arbeid. Zo zat ik dus met het woord Allusief. Ik dacht echt te weten wat het betekende.
Wat ik dacht dat Allusief betekende.
De maçonnieke werkwijze is een allusieve werkwijze. Dat wil zeggen: een methode waaraan men moet wennen en die men moet leren gebruiken. Allusief (zinspelend) is het elkaar toespelen van een symbool of ritueel dat binnen de groep begrepen wordt, verschillende betekenissen kan hebben en daardoor op verschillende wijze onder woorden kan worden gebracht door de deelhebbers aan het ‘geheim’. Een fraai voorbeeld hiervan is de vis. In de oudste christengemeenten werd dit symbool in het zand getekend. Men zinspeelde hiermee op waakzaamheid (immers, een vis slaapt nooit), maar ook op het deelhebben aan de Christus. Wat dan vervolgens door de gemeenteleden op verschillende wijze kon worden geduid.
Binnen de vrijmetselarij wordt dus volgens deze allusieve methode gewerkt. Een veelvoorkomende combinatie van twee symbolen betreft de passer en de winkelhaak. De buitenstaander weet dat dit symbool staat voor ‘vrijmetselarij’. De vrijmetselaar, als ingewijde en lid van de groep, associeert dit met veel meer. Naarmate men langer deelneemt aan deze werkwijze, wordt het aantal associaties waarschijnlijk groter. Men ziet er steeds meer in, het inzicht in hoe de dingen in elkaar steken wordt verruimd. Door dit groeiende inzicht te delen met anderen wordt de verbondenheid onder elkaar steeds groter.
Toen kwam de uitleg wat Allusief betekende
Ik ben met een Broeder gaan praten, onze Broeder Redenaar. Hij probeerde mij het mondeling al wat duidelijk te maken, maar door al het geroesemoes kwam dat niet helemaal goed bij mij aan. In een mailcontact zijn we er verder op ingegaan en kreeg ik een hele mooie uitleg.
Allusief is meer dan zinspelen. Ik heb die wijsheid van Broeder Podt die veel in het tijdschrift Thoth gepubliceerd heeft over het maconniek taalgebruik.
Hij definieert “allusief” als: het individu aansprekend, maar tegelijk de groep bindend.
Een mooi voorbeeld daarvan is de rede van Barack Obama bij zijn inauguratie tot president van de US.
Hij benoemde de problemen van de verschillende bevolkingsgroepen, stelde de retorische vraag of dat probleem opgelost kon worden, waarna hij zelf de vraag beantwoordde met ‘Yes, we can!‘. De herhaling van het ‘Yes, we can’ had een verbindend effect op de toehoorders.
Kijk die rede nog eens terug op internet, en je zult merken dat je langzaam wordt meegenomen in een gevoel van verbinding. De betere dominee weet ook hoe hij het allusieve spel moet spelen om zijn kudde bij elkaar te houden. Verdraagzaamheid en naastenliefde zijn daarbij meestal de sleutels. De vrijmetselaar die zich doet kennen in het westen heeft het allusief woordgebruik nodig om zijn verbindende rol te kunnen spelen.
Het benoemen van mogelijke overeenkomsten tussen partijen werkt meestal averechts, omdat partijen juist vinden dat zij verschillend zijn. Zij zijn dus nog niet ontvankelijk voor een verbinding.
Het zinspelen op een mogelijke verbinding roept niet direct een verdediging op, maar zet de partijen aan het denken.
Oefenen
Binnen de Vrijmetselarij worden tijdens de gewone bijeenkomsten, de comparities, veel gesproken en zoeken we naar de verbinding waar mijn Broeder over spreekt. Hierbij speelt het Allusieve een belangrijke rol. Nogmaals, het is geen makkelijk begrip, maar oefening maakt dat je het gaat begrijpen.
Geef als eerste een reactie